1 op de 4 dat ben ik... Joyce

1 op de 4… dat ben ik: het verhaal van Joyce

Joyce is 34 en ruim 15 jaar samen met Joost, waarvan 2,5 jaar getrouwd. Inmiddels is ze moeder van een tweeling van 1,5 jaar. Dit was al haar vierde zwangerschap. Na een zwangerschap die is afgebroken na 14 weken in verband met trisomie 18, kreeg ze nog 2 miskramen. Genieten van de zwangerschap was moeilijk voor haar door de angst dat het weer mis zou gaan.

Hoe kun je genieten van een zwangerschap na miskramen?

Geen goede 12 weken echo

Op 4 januari 2015 had ik een positieve zwangerschapstest in handen. Wat waren we blij! We gingen naar de verloskundige en zagen een kloppend hartje.
Bij de 12 weken echo was de echoscopiste opeens stil: “Dat is niet wat ik hoor te zien” zei ze al vrij snel. Ze zag een enorme nekplooi. Dat was geen goed teken…. Met een kans van 1 op 2 dat ons kindje trisomie 18 (het Edwardssyndroom) had, ging de echoscopiste bellen naar het ziekenhuis.

Verdriet en een sprankje hoop

We konden meteen in het ziekenhuis terecht en ons leven kwam in een soort van stroomversnelling: in het ziekenhuis werd hetzelfde geconstateerd.
Een vlokkentest en een week van onzekerheden en veel verdriet en een sprankje hoop volgde. Op internet had ik verhalen gelezen van mensen bij wie het toch meeviel. Maar helaas…
Het telefoontje kwam dat het trisomie 18 was: een niet-met het leven verenigbare aandoening.

De volgende dag konden we in het ziekenhuis terecht en werden de verschillende opties besproken: afwachten of afbreken. Als we een curettage wilden moest dat binnen een paar dagen gebeuren omdat ik bijna 14 weken zwanger was. Na 14 weken zwangerschap zou ik moeten bevallen. Dat zag ik helemaal niet zitten. De gynaecoloog belde naar de planning en het kon snel: de volgende dag al. Enerzijds fijn omdat ik het gevoel had met een tikkende tijdbom rond te lopen, anderzijds gaf het me weinig tijd om me mentaal voor te bereiden.

Een leeg gevoel

Op 12 maart werd ik gecuretteerd. We gingen naar huis met letterlijk en figuurlijk een leeg gevoel. Er was veel verdriet. We hadden een keuze moeten maken, wat eigenlijk voor ons gevoel geen keuze was. Maar omdat het kindje nog wel leefde op dat moment voelde ik me wel schuldig, ondanks dat de overlevingskans maar 1% was.
Gelukkig konden we steun bij elkaar vinden. En ik ging naar Praktijk Janna om wat beter te kunnen praten over ons verlies.
De gesprekken hielpen om stil te staan bij wat ik had meegemaakt en wat het met mij had gedaan. En ik leerde van Irene om aan te geven waar ik behoefte aan had: of het nu troost was of alleen een luisterend oor.
Ik had soms het gevoel dat mensen me ‘zielig’ vonden en het onderwerp vermeden. Dat vond ik vervelend. Soms begon ik er daarom zelf over, maar dat was niet makkelijk. De berichtjes en kaartjes van de mensen om ons heen op onverwachte momenten sleepten ons er doorheen.

Iedereen lijkt zwanger

Om ons heen was voor mijn gevoel iedereen zwanger. Natuurlijk waren we blij voor hen, maar van binnen kon ik wel huilen. We wilden het zelf óók zo graag. Na een paar maanden durfden we er weer voor te gaan. Maar 2 miskramen volgden, één met 7 en één met 9 weken.
We voelden ons verslagen. “Je kunt in ieder geval zwanger worden.” kreeg ik soms te horen. Maar zwanger blijven, dát was het punt.

De verloskundige stuurde ons door naar het ziekenhuis: we kwamen in aanmerking voor onderzoek naar de oorzaak. We twijfelden even, maar toch besloten we het traject van onderzoek in te gaan. Na 3 maanden kregen we begin juli 2016 te horen dat er niets gevonden is: domme pech was de conclusie.

Weer zwanger en niet meer blij…

Maar… 2 dagen voor die uitslag deed ik een zwangerschapstest: Zwanger. We waren niet eens meer echt blij. Dat vond ik eigenlijk heel erg verdrietig. We dachten alleen maar aan alles wat fout kon gaan.
Gelukkig mochten we met 7 weken al een echo laten maken in het ziekenhuis. De vrouw aan de balie zei nog: “Leuk een echo”. Maar voor ons was het helemaal niet leuk.
We waren aan de beurt. De verloskundige keek en zag een kloppend hartje. “Maar” zei ze, “ik kijk even verder, want ik zag nog iets”. Mijn wereld stond stil: “wat is er nu weer niet goed” dacht ik…
“Nog een kloppend hartje!”. Het was stil. Joost en ik keken elkaar aan. Dit kon niet waar zijn!! We werden wel gewaarschuwd: het is nog erg vroeg, 1 van de 2 kan het misschien niet redden, je blijft nu onder controle in het ziekenhuis, het is wel een risicozwangerschap. Maar eigenlijk hoorden we het allemaal niet meer…

Daarna volgden 3 spannende weken tot de volgende echo. Elke keer als ik een krampje voelde dacht ik dat het mis ging. Maar ook met 10 weken hadden we weer een goede echo.
De spanning voor de 12-weken echo was enorm. Ik was bloednerveus. Met trillende handen liep ik de praktijk in, gelukkig een andere dan de vorige keer. De uitslag was goed en de kans op een afwijking was heel erg klein.
Toen kwamen de tranen. Dit keer tranen van geluk en opluchting. De echoscopiste huilde bijna mee. Ze leefde zo met ons mee.

Iedere echo bleef spannend

Uiteraard was de tijd erna ook nog spannend, elke controle weer. Mensen dachten dat het leuk was om zo vaak een echo te hebben (bij een tweeling is dat bij elke controle), maar wij dachten alleen maar: hopelijk gaat alles nog goed. Genieten van de zwangerschap, dat kwam bij ons pas heel laat.
Bovendien is het traject van een tweelingzwangerschap erg medisch en wat minder gericht op het feit dat we papa en mama zouden worden. Het is een check of alles erop en eraan zit en nog goed groeit.
Toen het ook met 20 weken goed zat durfde ik langzaam te vertrouwen in mijn lijf. Mijn zwangerschap verliep goed en met net geen 36 weken kwam op 12 februari 2017 onze tweeling ter wereld: Fedde en Norah. Op de achterkant van het geboortekaartje staan 3 vlindertjes, symbool voor onze 3 ongekende kindjes.

 

Trotse ouders mét verdriet

We zijn nu de trotse ouders van een prachtige tweeling, maar het verdriet is er nog steeds. En dat mag. Zoals Irene tegen me zei: “Het is als een schaduw, als je de hoek om gaat sta je zomaar ineens oog in oog met je verdriet”. Dat vind ik een hele mooie metafoor.
Een soortgelijk verhaal of een onvervulde kinderwens kan me nog steeds enorm raken. En elk jaar, op 14 september, branden we een kaarsje. Dat is onze manier om even stil te staan bij de uitgerekende datum van ons eerste kindje.

Ook interessant: