1 op de 4 dat ben ik Sharon

1 op de 4… dat ben ik: het verhaal van Sharon

Sharon is 34 en al bijna vijf jaar heel gelukkig samen met haar vriend. Samen hebben ze één grote wens: een kindje van hen samen.
Maar PCOS, de ziekte van Hashimoto en een lichte baarmoederafwijking maken dat moeilijk. Ze hebben moeilijke behandelingen nodig gehad om zwanger te kunnen raken en nu dat eindelijk lukt, hebben ze moeite om zwanger te blijven…
Intussen heeft ze al drie vroege miskramen achter de rug.
Om haar verhaal kwijt te kunnen en anderen steun te bieden schrijft ze over haar ervaringen op haar blog gebrokendromen
Dit is haar verhaal:

Ons huis is leeg

Ons hart is dat ook. Nog steeds.

Hier had nu een gevuld wiegje moeten staan.
Met een lachende, slapende of krijsende baby in. Doorheen het ganse huis had speelgoed moeten liggen. Met leuke, kleurrijke speelmatten onder. Of met kleurrijke speelgoedjes met toeters, bellen en liedjes die zich constant herhalen.
Ons huis zou vol moeten staan met talloze hekjes die ervoor zorgen dat onze baby zich nergens aan kan kwetsen tijdens het kruipen. Hier had ook een eetstoel moeten staan. Met een blije of huilende baby in die zijn fruitpap rond smeert of op de grond gooit of het gewoon vol smaak opeet.
Hier had een verzorgingstafel moeten staan. Met een badje waarin onze baby zalige badjes vol verwennerij kon krijgen. Het kinderkamertje had gevuld moeten zijn met een zacht bedje en mooie meubeltjes in mooie, zachte kleuren. Met grote knuffelberen of mooie schilderingen aan de muur. Een kamertje dat ingericht was vol liefde.

Maar ons huis is leeg. Nog steeds. Al bijna drie jaar lang.

Het had al drie keer eerder gevuld kunnen zijn. Afgelopen april had ons eerste kindje geboren moeten worden. Het zou kortbij zijn of haar papa zijn verjaardag ter wereld zijn gekomen. Wat een feest zou dat niet zijn geweest.
Maar in de plaats was ons huis en ons hart leeg op de uitgerekende datum. Er was enkel maar verdriet en heel veel tranen.

In juli van datzelfde jaar had ons tweede kindje geboren moeten worden, maar ook toen bleef het stil. De enige troost dat ik toen had was dat mijn buik wel opnieuw gevuld was. Dat kindje nummer drie onderweg was.
Of dat hoopten we toch.

Maar na twee weken spatte ook die droom opnieuw keihard uit elkaar en dus ben ik nu niet halverwege mijn zwangerschap.
Mijn buik is leeg, voor de derde keer op rij.

Zwanger worden en blijven zou een sprookje moeten zijn. Iets waar je met twee ontzettend naar uit kijkt. Proberen op de leuke manier, zoals normale koppels dat doen.
Dromen over de toekomst en nadenken over namen. Mijmeren over hoe je het kinderkamertje ziet, hoe je de opvoeding ziet, hoe je het leven ziet met zijn drietjes. Naar babywinkels gaan en met een gerust hart kunnen zeggen tegen elkaar wat je allemaal later voor je eigen kleintje zou willen. Met een grote glimlach over die mooie, bolle buik wrijven.
Het zou een sprookje moeten zijn. Zorgeloos en gelukkig. Zo zou het moeten zijn.

Na 3 miskramen bestaat zorgeloosheid niet meer

Maar hier rust over het woordje zwanger een dikke laag van verdriet en angst. Zwanger worden was al geen sprookje en nam al veel van de zorgeloosheid weg. Het “leuke” proberen werd al snel vervangen door het verplichte “moeten”.
We leerden een wereld kennen dat niet mooi of roze of leuk was. Een donkere wereld was het toen al een beetje aan het worden. Ons leven bestond uit talloze spuiten, echo’s, bloedafnames, hormonale schommelingen en heel veel medische klachten om tegen op te boksen.
Er was niets fijn meer aan zwanger worden. Dat onbezonnen, zorgeloze gevoel kon ook nooit meer terugkeren.

De miskramen… die waren het ergste. Die hakten alles weg waar we nog in probeerden te geloven. De wereld rond ons werd plots helemaal donker. Met alleen nog maar angst om ons heen.

Een positieve test doet ons huilen. Niet meer van geluk, maar van angst. Angst om weer te verliezen. Angst om diezelfde, rauwe pijn nog eens door te moeten. Angst om weer een slechte afloop. Angst voor elke seconde van de zwangerschap. Zorgeloosheid bestaat niet meer in ons hoofd noch in ons hart. Over alles rust nu een dikke laag van verdriet. Verdriet waar we ons moeizaam doorheen proberen te worstelen. Met de moed der wanhoop.

Maar opgeven doen we niet. We weten waarvoor we vechten. We weten dat met een beetje geluk op een dag ook onze regenboog van achter de wolken zal komen piepen.

Dat op een dag een blozend kindje met donzige haartjes en een voorzichtig glimlachje in onze armen zal liggen. Met zijn vuistjes gebald dicht tegen ons eigen hart aan liggend. Hetzelfde hart dat er zo lang naar heeft gesmacht. Naar heeft verlangd en er zo lang voor heeft gevochten. En pas dan zullen wij opnieuw voluit kunnen leven, ademen en gelukkig zijn.

Met ons huis vol leven en ons hart vol van liefde voor dat kleine, perfecte wezentje in onze armen.

Ook interessant: