1 op de 4… Dat ben ik: het verhaal van Louise

Louise is 30 jaar, is 8 jaar samen met haar vriend en ondertussen mama van een flinke meid van 2 jaar oud. De zwangerschap bracht voor Louise veel extra onderzoeken met zich mee, omdat er een gezwel op haar eierstok bleek te zitten, en eindigde voor haar eigen veiligheid in een geplande keizersnede. Een jaar later vonden Louise en haar vriend dat de tijd gekomen was voor een tweede kindje en vooral Louise keek uit naar een zwangerschap met minder zorgen. Maar een zorgeloze zwangerschap is iets wat ze nooit meer zou krijgen.

Zwanger in de lockdown

Daar stond ik dan, met een zwangerschapstest in mijn handen, die ik in alle haast was gaan kopen, omdat het op de eerste dag van de lockdown in maart 2020 nog onzeker was of alle winkels in België wel zouden open blijven. Ik testte een dag te vroeg, maar kon natuurlijk niet meer wachten. En ja, hoor: positief.

Op 17 april, een datum die ik nooit meer ga vergeten, mocht ik langskomen voor de eerste echo. Partners mochten op dat moment niet mee, maar ik ging vol goede moed naar het ziekenhuis en liet mijn vriend thuis bij onze dochter van toen 16 maanden oud. Ik verwachtte niets speciaals. Ik was moe, misselijk, had geen bloed verloren. Alles leek perfect normaal te verlopen…
De vroedvrouw begon aan de echo. Ik dacht nog ‘hou het beeld eens stil, want ik zie het hartje niet flikkeren’, maar vlak daarna volgden de woorden: “Sorry, maar ik kan helaas geen hartslag vinden.” Daarop leek het mijne ook stil te staan. Dit kon toch niet? Een beetje verdoofd mocht ik terug in de wachtzaal gaan zitten, want ze wilde de mening van de gynaecoloog vragen, maar die was nog niet aanwezig.
Dus daar zat ik dan. Alleen. Tussen allemaal dikke buiken. Tot twee keer toe riep de vroedvrouw iemand binnen in een klein kamertje waar ze met de Doppler naar het hartje van de baby luisterde. Dat kon ik horen tot in de wachtzaal. Het hartje van andere baby’s. Maar niet dat van die van mij.
Ik voelde mijn eigen hart breken waar ik zat en de tranen volgden genadeloos. Het duurde nog een half uur voordat de gynaecoloog aankwam en tien minuten later was het duidelijk. Dit zou een miskraam worden. Het vruchtje was te groot om nog geen hartslag te hebben. Ik kreeg de foto’s van de echo mee,  een afspraak voor twee weken later en ik mocht gaan.
Toen ik in de auto zat bleek er maar een dik uur verstreken te zijn. Het had naar mijn gevoel een hele voormiddag geweest kunnen zijn. Ik ben huilend naar huis gereden, achteraf gezien heel stom van mij, en thuis in de armen van mijn vriend gevlogen om daar – eindelijk – volledig in te kunnen storten.

Steun vanop afstand

Mijn vriend is heel lief, maar geen prater, wel een doener. Dus hij zorgde vooral voor onze dochter en het huishouden, zodat ik mij op mijn herstel kon focussen. Maar ik had er ook nood aan om te praten. Heel vervelend in de lockdown. Het voelde vooral zo beperkend wanneer je troost zoekt en zo hard nodig hebt. Ik heb mijn moeder gebeld en verteld dat ik een miskraam kreeg, terwijl ze niet eens wist dat ik zwanger was. Ik heb mijn goede vriendinnen een berichtje gestuurd met het nieuws. Hoe had ik het anders moeten doen? Iedereen apart opbellen om het nieuws te vertellen over de telefoon, dat zag ik echt niet zitten. Gelukkig kreeg ik – al was het dan vanop afstand – wel veel steun.

Medicatie en uiteindelijk curettage

Na twee weken zat mijn kindje nog altijd veilig vast en hebben we de medicatie opgestart. Ik heb het vruchtje kunnen opvangen en de volgende dag hebben we ons minimensje begraven in de tuin terwijl onze dochter sliep. Maar bij de controle twee dagen later bleek niet al het weefsel weg te zijn. Nog eens medicatie, waarna ik heel veel bloed heb verloren. Uiteindelijk heb ik half mei een curettage moeten ondergaan en een kleine week later een ijzerinfuus moeten krijgen, omdat mijn waardes zo laag waren. Ik kreeg het gevoel dat ik zóveel energie moest steken in mijn fysieke herstel dat ik geen energie meer over had voor de verwerking van de miskraam.

Lichtpuntje in donkere dagen

Eén van mijn beste vriendinnen belde regelmatig om te vragen hoe het ging, ze was vanop afstand bij me, bij elke stap, elk onderzoek en ik kon altijd bij haar terecht. Een andere vriendin, die zelf een miskraam had meegemaakt, heeft me ook heel erg gesteund. Ze vertelde me waar ik me aan kon verwachten, troostte me en stond heel de tijd voor me klaar. Op een avond had ze een mandje aan ons huis gezet met kaarsjes, koekjes, kaartjes, tekeningen, teksten, … en ik was daar zo, zo ontzettend dankbaar voor.

En natuurlijk was mijn dochtertje er nog, waar ik heel erg veel aan had. Ze was haar vrolijke zelve en troostte mij alleen al met haar aanwezigheid. Ik kon haar knuffelen en prees mezelf gelukkig dat ik haar had. Niet dat dat het verdriet wegnam, maar zij was wel mijn lichtpuntje in die donkere dagen.

Ik was niet alleen

Twee maanden na die eerste verschrikkelijke echo voelde ik mij fysiek weer terug in orde, maar mentaal heeft dat veel langer geduurd. Ik was kwaad op mezelf en op mijn lichaam, vond dat het mij verraden had door mijn kindje niet in leven te houden, door mij te laten geloven dat alles in orde was, door niet zelf de miskraam te kunnen voltooien, … Noem maar op. Ik was kwaad en gefrustreerd.
Gelukkig kon ik hierover spreken. Met vriendinnen, met collega’s, met lotgenoten, … En dat heeft me echt enorm geholpen. Pas wanneer je er zelf over praat besef je hoeveel mensen ook een miskraam hebben meegemaakt, hebben gevoeld wat ik op dat moment voelde. Ik was niet alleen.

Goedbedoelde opmerkingen

Maar tegelijkertijd brengt die openheid ook risico’s met zich mee, omdat je altijd goedbedoelde opmerkingen en raad krijgt waar je helemaal niks aan hebt en waardoor je je onbegrepen voelt. “Wees blij dat je al een kindje hebt, sommige mensen kunnen er geen krijgen.” “Het is de natuur, je wilt toch geen gehandicapt kind krijgen?” “Was het ook wel een goed idee, zwanger worden in Coronatijden?” Hoewel het allemaal niet zo bedoeld was, voelde het alsof ik bijna dankbaar moest zijn dat het misgelopen was, dat de natuur had ingegrepen. Dat ik niet verdrietig mocht zijn, omdat ik niet kinderloos zou achterblijven. Dat het allemaal toch wel erger kon. Op die momenten kon ik begrijpen waarom sommige vrouwen ervoor kiezen om het nieuws van hun miskraam geheim te houden. En op die momenten vroeg ik mij af hoe het mogelijk is dat een kind eerst geboren moet worden, eerst een naam en een gezicht moet hebben, vooraleer buitenstaanders het verlies van je kind en je verdriet erkennen.

Opnieuw zwanger, maar nooit meer onbezorgd

Toen ik mij 3,5 maanden na de curettage toch ‘vreemd’ voelde deed ik midden op de dag – alweer impulsief – een test. Eerst dacht ik dat hij negatief was en ik wilde hem weggooien. Maar toen zag ik in het daglicht toch ineens een héél licht streepje. Zou het dan toch? Helaas verdween mijn hoop als sneeuw voor de zon toen ik die avond een paar druppels helderrood bloed verloor… Maar het bleef bij die paar druppels en nieuwe testen liepen op. Toch durfden mijn vriend en ik niet blij te zijn. We wisten wel beter nu. De blijdschap die we eerder bij positieve testen hadden gevoeld ontbrak en ik haatte het dat die onbezorgdheid en vreugde waren verdwenen en er eigenlijk alleen maar angst en wantrouwen overbleven. En dan duren dagen lang – verschrikkelijk lang! Maar gelukkig gaat deze zwangerschap wel goed en verwachten we nu een klein broertje.

Ik heb het geluk gehad om snel terug zwanger te mogen worden, maar dat maakt het eerdere verlies niet goed. Ik heb nog altijd moeilijke momenten, ik vraag mij nog altijd af hoeveel ons kindje op grote zus geleken zou hebben en ik zal ons sterretje altijd missen.

Ook interessant: